maandag 24 september 2012

Melun - Bordeaux: courageux!

Gisteravond kwam ik na een week cruisen van camping naar camping op het platteland binnengerold. Dat was best wel schrikken. In het begin is zo'n stad de vijand die je moet overwinnen om een slaapplaats te vinden. De stad werpt obstakels op, zoals volgeboekte hostels (eigen schuld, had ik ook maar een paar dagen tevoren moeten boeken), vierbaanswegen waar ik me ondanks ontbrekende verbodsborden toch maar niet met de fiets op waag, en locals die je scheldend op de toeristen voor de voeten lopen. Gelukkig was daar een puber op een fiets die mij kon vertellen hoe je fietsend de Garonne moet oversteken. Hij fietste zelfs nog een stukje mee. Ik was mijn leraressen Frans daar even heel dankbaar dat ze mij hebben geleerd hoe je "Comment on peut traverser la Garonne en velo?" zegt (met accent op de e, maar dat is mij op dit Franse azerty-toetsenbord met niet werkende alt, shift en control links toch echt te veel gevraagd).
Toen ik dus bij het hostel had gezien dat het daar vol was, reed ik door naar een ander hostel dat zou bestaan volgens OpenStreetMap. Dat was echter een **-hotel met kamers voor 63 euro per nacht. Ik pakte alweer mijn fiets om door te rijden naar de stadscamping, toen er een moeder aller buien losbrak met wind- en regenvlagen die fietsen bijna en navigeren helemaal onmogelijk maakte. Dus heb ik vannacht heel lekker in dat hotel geslapen en ben ik vanmorgen naar het hostel verhuisd.
Zo'n hostel is niet alleen leuk voor de prijs (het feit dat er geen stinkende, luidruchtige en hitsige kamergenoten zijn is die 40 euro extra meer dan waard). Het voordeel is vooral omdat je daar ook andere reizigers ontmoet met wie je ervaringen kunt uitwisselen en rustig een biertje kunt drinken. Wat dat betreft is een hotel helemaal een saaie boel en een camping nog beter.

Op de campings heb ik wel wat leuke ontmoetingen gehad de afgelopen week. In Melun was daar Klaas, een Friese vrachtwagenchauffeur die ook graag rondfietst met de achterop de caravan meegenomen fietsen. We hebben wat bijgekletst over de leuke rustige D-weggetjes, de SAS survival guide (ook handig om een waslijn te spannen, hoor) en fietsen. Ik kreeg van Klaas ook nog een vracht e-book-bestanden, maar daar moet ik in het hostel dadelijk via wifi nog een reader-app voor installeren.
Al met al was het dus heel huiselijk op de camping in Melun, met een waslijn, thee van de petroleumbrander, en een leuk leesboek om in de zon voor de tent te lezen.

Toen ik weer vertrok uit Melun voelde het dan ook opnieuw of ik van thuis vertrok. De route voerde eerst door het Foret Domaniale de Fontainebleau, waar Maria van Textkernel volgens mij pas nog is wezen boulderen. Ik ben ook even off-road langs de keien gereden.
Toen ik het bos weer uit kwam was ik in Barbizon, ooit een groot impressionistennest en volgens de informatieborden ook geboorteplaats van de natuurbescherming. Tegenwoordig lijkt het vooral bewoond te worden door mensen die aan de kunstliefhebbers willen verdienen. De bakkerij heet er galerie du pain en de prijzen zijn ernaar (maar het brood was goed te eten en de prijzen waren voor een warme bakker in Nederland heel redelijk geweest).

In Malesherbe deed ik boodschappen bij een winkeltje van een Tunesier die een paar woorden Nederlands sprak. Kwam ik misschien uit Breda, of uit Roosendaal, vroeg hij. Volgens mij is het halve land hier aan de Nederlandse wiet verslaafd :). Eerder zat ik in Melun op een bankje in de zon toen er twee alcoholisten kwamen die iets riepen in de geest van "Hee gast, dat is ons bankje!". Toen ik plek voor ze maakte kwam er een naast mij zetten en we praatten even over wat ik aan het doen was. Toen hij vroeg naar waarom ik naar Marokko ging, kreeg ik zogauw niet in het Frans geformuleerd dat ik dat doe om het klimaat. Ik mompelde iets over september en hij begreep het al: "Ah, pour la recolte du cannabis!".

Na het bos van Fontainebleau werd het vlakker en ik reed die eerste dag na Melun door tot de Loire in Chateauneuf-sur-Loire. Ik was in 2010 al eens in Orleans in het Loiredal geweest, en het was een mooi weerzien. Het is net de Gelderse Poort (het gebied waar de Rijn zich vertakt bij Arnhem/Nijmegen), maar dan natuurlijker en met een iets zuidelijker vegetatie met maretakken en acacia's. Je kunt er gewoon weer foto's maken van uiterwaarden met huisjes aan de dijk enzo. Het bos van de Sologne verheft zich aan de horizon als de Veluwe of het Reichswald thuis.

Die Sologne had ik in 2010 ook al gezien, en ik was bang dat het saai zou worden: bijna een hele dag door het loofbos. Het was echter heerlijk rijden in de schaduw van de eiken over lege landweggetjes. In Lamotte-Beuvron kwam ik nog een andere fietsster met bepakking tegen die wat vrienden verspreid over Midden-Frankrijk was wezen opzoeken en nu op weg was naar huis in Chateauroux. Ze was van plan volgend jaar in Friesland te gaan toeren waar ze wat familie had wonen. Dat ik met haar een half uurtje samen opreed en een gesprek in het Frans gaande hield had ik even nodig voor mijn zelfvertrouwen qua taal, nadat de cassiere van de supermarkt in Lamotte-Beuvron op mijn pogingen Frans te spreken had gereageerd door "Excuse me!?" te roepen op een toon alsof ik mijn piemel op de boodschappenband had gelegd. Ik hou het er maar op dat dat komt door haar Franse accent en ze eigenlijk behulpzaam wilde zijn.

Ik kwam terecht op een camping in Valencay. Het landschap werd daar al echt zuidelijker. Eerst zie je nog volrode Sologne-baksteen, daarna huizen met in lichte kleuren gepleisterde muren en niet-zo-schuine daken. Er verschijnen soms nieuwe planten, waarvan ik sommige ook niet meer herken. Zo zie je hier heel veel van deze besjes:


Na Valencay reed ik door de Brenne, een nat natuurgebied, naar Le Blanc. Waar het een beetje nat is leggen Fransen graag vijvers aan voor visserij en jacht. Die zien er ongeveer zo uit:

Ik deed een vogel- en schildpaddenkijkexcursie waar ik o.a. wintertaling, waterral, kleine zilverreiger, Europese moerasschildpad en beverrat heb gespot. Van die laatste vond de gids het jammer want dat schijnt een vervelende exoot te zijn.

Je merkt nu ook echt dat de zon sterker wordt naarmate ik zuidelijker kom. Ik smeer me 's middags maar stevig in met zonnebrandolie. De streepjes nemen stoere vormen aan.

In Le Blanc kocht ik een Michelin-kaart van de regio Aquitane. Dat klinkt ook al echt Zuid-Frans. Ik merk dat ik dat human-powered opschieten naar het zuiden wel een kick vind geven, ondanks dat het niet de opzet is om het zo gauw mogelijk te doen. De gids in de Brenne vertelde nog wel dat het van de winter hier net als in Utrecht 18 graden had gevroren, dus ik ben nog lang niet zuidelijk genoeg.

Na Le Blanc ging het akkerbouwlandschap, waar ik afgezien van wat bosgebieden al vanaf de Franse grens doorheen fietste, over in een veeteeltlandschap met vleeskoeien dat me een beetje aan Noordoost-Twente deed denken. Alleen waren de weilanden hier bruin van de droogte en waren de heggen niet van meidoorns maar van iets anders. Het is allemaal prachtig schilderachtig, en dan kom je ook nog een gerestaureerde watermolen tegen om het sprookjesachtige plaatje compleet te maken:


Die dag begon het voor de verandering eens te regenen. Ik kreeg toen ook de tweede lekke band. Ik zag hem heel mooi door de bubbeltjes die ontstonden toen mijn fiets in een waterplas stond. Wist ik meteen waar het lek zat!
Door wat ge-emmer bij het bandenplakken (fiets viel om, spatbord stond daardoor niet meer recht, spatbord wilde niet meer goed), was ik even toe aan een blikje energy drink. Ik stopte bij een man van ongeveer 60 bij een huis en vroeg hem of hij het blikje kon weggooien. Dat deed hij vervolgens alsnog gewoon in een weiland achter een muurtje. Wel vond hij het courageux wat ik doe. Hij had zelf nog gekoerst vroeger, en zware trainingsritten van 140 km door het heuvelland gemaakt.
Dat woord hoor ik verdomd vaak: courageux. Betekent het domweg dapper als het Engelse "courageous", of verwijst het naar een diepe Zuid-Europese eerbied voor het wielergebeuren?

Ik reed naar een camping municipal in Confolens, maar die was al gesloten voor de winter. Ik zette mijn tent er alsnog neer en tapte water bij de camperparkeerplaats die nog wel open was. Ik ging nog even het stadje in om in een kroeg naar de WC te gaan (en dan ook maar een biertje te bestellen). Het is een mooi, middeleeuws stadje met zelfs nog wat vakwerkhuizen die je normaal toch niet met Zuidwest-Frankrijk associeert.

In Confolens kreeg ik om onbekende redenen het idee dat het makkelijk zou worden om in twee dagen naar Bordeaux te fietsen. Ik ging dus een ommetje door de Dordogne maken en kwam zo in Verteillac terecht. Onderweg zat een heel mooi stuk route door dalen met beboste hellingen, zodat je dan van een hoogvlakte met het kleinschalige vleesveelandschap door de koele bossen omlaagstort door de haarspelden, je in een flits een klaterend beekje over schiet waarna je een paar minuten kunt zitten buffelen om via soortgelijke haarspelden weer op de hoogvlakte terug te keren.
De dorpjes hebben hier allemaal romaanse kerkjes; die hele gotiek is hier blijkbaar nooit aangeslagen. Veel hebben geen toren die voor de rest van de kerk staat, maar hebben de ronde achterkant verhoogd ten opzichte van de rest. En ik trof er zelfs een met een achthoekige toren:

Zo kwam ik in het dorp Vasaignes, waar zowaar wat mensen van de VVV en een verhuurbedrijf elektrische fietsen stonden te demonstreren. Ik maakte ook even een ritje, waarbij ik ondanks helm en handschoenen helemaal vergat te proberen of ze in Frankrijk ook op 25 begrensd zijn. Je krijgt wel belachelijk veel hulp, zodat je zelfs in stand 1 zonder veel moeite met 15 per uur bergop rijdt. Het bevestigt mijn idee dat elektrische fietsen eigenlijk een soort brommers zijn waarbij je het gas met je voeten bedient. Het was wel gezellig met de mensen van het standje:


Toen ik in Verteillac weer op de kaart keek, was Bordeaux nog een eind weg. Ik besloot het toch in een dag te gaan rijden, omdat er voor de dag daarna slecht weer werd voorspeld (dat dus in de avond van de rijdag al kwam), en omdat een nacht kamperen in een stedelijk gebied dichterbij Bordeaux mij ook niks leek. Zo kwam ik dus vrij laat op Bordeaux aan rijden na een dag waarin ik van het vleesveelandschap via dennenbossen in de Bordeaux-wijngaarden terecht kwam.
Gek is dat eigenlijk, dat ik tussen de Champagne en de Bordeaux in pakweg 600 km geen wijnbouw op commerciele schaal heb gezien. Heeft dat met grondsoort te maken? Het klimaat kan het niet zijn. In de Bordeaux gaat het verhaaltje over noordhellingen niet meer op; ook op het vlakke krijgen de druivenstruiken hier genoeg zon. En dus staan de overstromingsvlakten van de Gironde-zijrivieren vol met wijnstokken, zodat ze heel wat minder op de Gelderse Poort lijken dan de Loirevallei.

Toen ik in Bordeaux mijn hotel eenmaal gevonden had, kon ik dan ook de stad gaan waarderen. Ondanks dat oud-Bordelaise Florence zelf volgens mij ooit zei dat Parijs de enige echte stad in Frankrijk is (of alleen volgens Parijzenaars?), is Bordeaux echt een kosmopolitische drukke bende van minstens het kaliber Amsterdam. Er zijn patsers, fashion victims, bohemiens en pop-up stores, en ze lopen je constant voor de voeten in de drukke winkelstraten tussen de hoge oude gevels. En in tegenstelling tot Amsterdam kun je er eind september 's nachts nog in je shirtje over straat.

Volgens de kranten wordt het weer nu echt minder. Het gaat regenen, en hoewel de temperatuur in Bordeaux nog wel 20-25 graden blijft, staat er boven de Pyreneeen een wolkje met sneeuwvlokken ingetekend. Oei! Ook omdat ik met Bordeaux al ten westen zit van de lijn die ik oorspronkelijk in gedachten had, ga ik dus maar niet de 1600 meter hoge Port de Larrau fietsen als Pyreneeenoversteek, en ik denk ik nu aan de Collado de Urkiaga. Dan kan ik mooi in Pamplona uitkomen en vanaf daar jullie weer op de hoogte houden!

Oh, en nog even een noot over de foto's: mijn camera wil zich niet opladen vanaf de fiets-accu die met mijn dynamo wordt opgeladen. Ik heb niks anders bij me (kan de accu wel vanuit het stopcontact opladen), dus ging de camera leeg en heb ik vanaf donderdag alle foto's met mijn mobiel gemaakt. Ik hoop hier in Bordeaux een lader te vinden om mijn camera te kunnen opladen.

De route:


Find more Bike Ride in La Rochette, France


Find more Bike Ride in Sigloy, France


Find more Bike Ride in Valencay, France


Find more Bike Ride in Le Blanc, France


Find more Bike Ride in Confolens, France


Find more Bike Ride in Verteillac, France

maandag 17 september 2012

Didam - Melun

I am writing this post in a cyber cafe in Melun, a French town some 35 km southeast of Paris. The last six days I have ridden here with stops in Opglabbeek, Malonne (near Namur), Forges (near Chimay), Monampteuil (near Laon), Saint-Cyr-sur-Morin and now Melun.

Europe is especially great when viewed from a bike, because you notice all these little cultural and climatological boundaries as you pass them. I'll go through the last week with you:

Tuesday around 08:15 I left in Didam. My father rode with me to the ferry in Millingen aan de Rijn, where I crossed the Rhine at 9:00. By 10:00 I had crossed two international boundaries, by 11:00 I had been in three Dutch provinces, and around 16:30 I reached the Belgian border in Stramproy:

On Wednesday I rode from Opglabbeek in Flanders to Malonne, in Wallonia next to Namur. I noticed that after the Genk / Hasselt conurbation, the countryside was no longer the Dutch suburbanized countryside where every "village" still has multiple supermarkets and planned residential areas. I was riding through small villages of no more than an old church and a few old farms, many of which many were the typical quadrants with an open space in the middle and a huge gate to get there. I thought I would be in France by Thursday night, so I had dinner in a true Belgian friture in downtown Namur.

On Thursday, the rich villages of the Haspengouw (Hesbaye for the Frenchies) gave way to poorer, amorphous villages in the area south of the Sambre river. The landscape was hilly, and it rained a lot, so I did not make as much progress as I expected. I reached Chimay, the town famous for the trappist beer. They are so proud of the beer they mention it on their street signs:


On Friday morning, I crossed intro France. I first tried crossing the border with a forest road that existed according to the dead-tree Michelin map but was not on OpenStreetMap. When I got to the border, it looked like the road once existed but the French side had now deteriorated to the point that it was a corridor of young forest through older forest:
The small stream you see on the photo is the border.
I find this kind of situation funny, because it shows how all the current European unification attempts follow a period of organized de-unification. Some two centuries ago, that road on the photo was just the road between two adjacent villages, namely Forges (in Belgium) and Signy-le-Petit (in France). The peasant population probably cared little about the border and freely attended fairs and markets across the border, using this road.
Then came the age of nationalism. Border controls were set up and enforced, and both sides got alienated from each other. The road was not considered worthy of a border checkpoint and was left unmaintained.
Nowadays there are probably EU-sponsored school exchanges to Estonia and city twinnings with towns in Spain or wherever, but the road to the next village is still deteriorating further.

I took a small detour to a real border crossing and immediately after that had my first flat tire. Later that day, the hilly landscape of tree-ridden pastures changed into the typical bellowing plains with endless wheat, potato and maize fields of Northern France. I had a nasty headwind in the afternoon. There was a kind of grain silo on a hilltop in the distance that I was riding to, and I pedaled hard to see it clearer. After a while, it looked more like a bunch of aparment buildings, and an hour later again, it looked like a medieval city. In the end it turned out to be the five-tower catherdral of Laon, dominating the surroundings from a freestanding hill.
Because I was a bit dissatisfied with my progress and in the morning, I rode on until about 19:30. By this time I reached the campsite of the Lac de Monampteuil, about 15 km south of Laon. The campsite looked deserted and the reception was closed even though it should be opened according to the opening hours note. Happily a friendly camper turned up who explained that the owner was away, and we managed to have a conversation about cycling with me despite my poor French.

He, and many other people I met, definitely disprove the Dutch saying that "France is a beautiful country. Sadly it's inhabited by the French". French people really do appreciate your knowledge of their language even if it's not perfect, and happily help you make yourself understood. Add to that the fact that they also sell delicious fresh-baked bread 7 days a week in any village, and you understand that I like them a lot actually.

On Saturday, the rainclouds finally disappeared and I had a beautiful ride along quiet, tree-lined roads from one village to the next. I saw the first vineyards in the Marne valley which I crossed at Charly-sur-Marne in the Champagne area.

On Sunday, I saw the first field of sunflowers and accidentally passed by a huge palace called Vaux-le-Vicomte:

The proximity of Paris was apparent in funny ways: today was the first time since passing through Namur that I saw many young people and non-western immigrants again, and even a lone hipster!

By the way, I want to thank Textkernel for the multi-fuel stove. It's an amazing toy for big boys! You have to play with dangerous chemicals, apply great force to put them under pressure, and then risk explosions and bursts of flame when you light it. Also it takes some mechanical intuiton to get the pressure just right for a blue and hot flame. Here is a picture of the stove in action in Saint-Cyr-sur-Morin:


My cycle-touring cuisine is pasta, beans or rice cooked with some fresh vegetables and sauce from a can. I can prepare such combinations with only one pan and a plate that also serves as cutting board and lid for the pan. After 100 km of riding it tastes like an award-winning dinner anyway!

Then, finally, maps of the route. The dynamo hub does not give enough power to track everything. The maps below are created by connecting the points where I used the phone for navigation. That means they are a bit sketchy (and that the daily distances are underestimated :)). The first day is pretty much exact except for the forgotten first few kilometres.


Find more Bike Ride in Didam, Netherlands


Find more Bike Ride in Maaseik, Belgium


Find more Bike Ride in Bilzen, Belgium


Find more Bike Ride in Namur, Belgium


Find more Bike Ride in Chimay, Belgium


Find more Bike Ride in Pargny-Filain, France


Find more Bike Ride in Saint-Cyr-Sur-Morin, France

I decided that Melun is a bit small for a day-of-rest town. There is no hostel and no local bike shop (according to the campsite maintainer, all bike shops in the city quit after two Decathlon stores appeared on the outskirts). So I'll try to reach Bordeaux by next week Sunday or Monday and then have a day of rest there. I hope I'll have a similarly positive message for you then!

maandag 10 september 2012

Countdown

As I'm writing this it's only nine hours until I'll start riding. It's awfully close. Today I pitched my tent to check if I could still do it - is that really all the space I'll have most nights in the coming months? Did I really do everything? Won't I have to call mom and dad to bring me something I forgot after I rode the first 60 kilometers?

I checked off everything on my todo list, so I should be safe!

What's more, actually I already started. Last Saturday was the "prologue" of my trip, if I may for once be so vain to compare my ride to a pro race.  I rode my touring bike, unloaded, from my former home in Utrecht to my parents in Didam. The route can be found on MapMyRide:

Find more Bike Ride in Werkhoven, Netherlands

Unfortunately, I started my GPS only after some 10 km.

Of course, no daft plan can go without some DIYing in the parents' garage. Here's a picture of my bike being loaded.



So now it's time for some good sleep before I get going. Thanks to everyone who wished me luck. I'm looking forward to letting you know how it feels to be riding with such a distant goal!

dinsdag 4 september 2012

Nog een week

Het duurt nog een week tot ik ga vertrekken. Ik ben inmiddels gestopt met werken. Afgelopen weekend heb ik collega's, niet-naaste familie en schaatsmaatjes al gedag gezegd. Vandaag ga ik dit blog opzetten, het voorwiel met dynamo in mijn fiets zetten en spullen in dozen stoppen om mijn huis leeg te maken.

Ik kwam toevallig op http://thehairypushbiker.blogspot.nl/. Die gast is in drie weken van Glasgow naar Istanbul gefietst. Dat is verder dan Didam - Marrakesh. Zou ik dit niet ook gewoon in drie weken moeten kunnen doen? Moet ik niet wat ambitieuzer doelen stellen, zodat dit blog ‟Didam - Dakar” kan gaan heten?

Ik zal blij zijn als ik straks gewoon aan het fietsen ben en dit soort gepeins tot het verleden behoort.

O, en de achtergrondfoto die je ziet heb ik trouwens gejat van http://www.columbusmagazine.nl/afrika/marokko/zuidelijke_sahara_en_oases/reisreporter/fotos/59649.html.