woensdag 30 april 2014

Naar Roubaix en stuiteren maar!

Afgelopen herfst heb ik op Marktplaats oude Gazelle Formula Randonneur gekocht. Tweedehands kostte hij net goed en wel een twintigste van de nieuwprijs van mijn super-duper trekkingmonster waarmee ik naar Marokko ben gereden. Ik heb er echter al verdomd veel plezier van gehad.

Van de winter gingen er Racing Ralph-noppenbandjes op en diende hij als crossfiets op de MTB-routes van het Twiske en Montferland. Menige mountainbiker op z'n volgeveerde midlife-fiets kreeg het nakijken. En toen de sneeuw smolt, of, nou ja, toen de lente er in ieder geval aan zat te komen, kreeg ik een idee om met deze fiets twee items van de bucket list af te kruisen: fietsen in Vlaanderen en Parijs-Roubaix rijden.

Met een nieuwe voorrem, dubbel stuurlint, de onverwoestbare wielen uit mijn trekkingmonster en extra brede racebandjes is hij er helemaal klaar voor. Nog even uitproberen op de enige kasseiweg van Noord-Holland, de Munnikenweg tussen Alkmaar en Oudorp:


Het stukje op de foto ziet er nog aardig uit, maar neem maar van mij aan dat als je daar over het midden van de weg fietst, je hersenen bijkans door je oren naar buiten klutsen. De bidons bleven zitten, de ketting bleef op de tandwielen liggen, de zadelbout moest nog even extra aangedraaid. Alles is klaar!

Dan op een donderdag om 07:15 vertrekken. Uit Amsterdam-Noord door Oost, Zuid, langs Schiphol en nog veel meer randstedelijke ellende, zodat ik nog voor het middaguur bij Maassluis met de pont de Nieuwe Waterweg oversteek. Op de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden ben je dan eindelijk in een rustig, landelijk landschap en dan komt ook meteen maar de zon erbij.

Even na tweeën kom ik bij de Oosterscheldekering. De vorige keer dat ik daar was, was ik 4, raakte ik diep onder de indruk en heb ik hem dolenthousiast uit Lego Duplo nagebouwd in het midden van de ouderlijke woonkamer. Nu was ie nog net een fotopauze waard:


En dan zie je dus ook hoe je het ding met een bagagedrager, 4 inbusboutjes en 4 bijpassende ringetjes van een racefiets in een reisfiets verandert. De bagagedrager is een lelijk grijs gedrocht dat er origineel bij zat. Met z'n 6 ons is ie toch niet zwaarder dan de Tubus Cargo van tegenwoordig. De hele fiets met alle frutsels erop maar zonder de tassen weegt zo trouwens 12,4 kilo, dat is een dikke kilo lichter dan ze ze tegenwoordig nog maken in Dieren.

Schouwen, Noord-Beveland, Walcheren, voetveer over de Westerschelde, Zeeuws-Vlaanderen, et voilà, Brugge:


Daar een nachtje slapen en dan verder door West-Vlaanderen:



en, na slechts drie uurtjes fietsen vanaf Brugge, Roubaix:

Daar dan de bagagedrager en telefoonhouder eraf, wat lucht uit de banden laten, en vol spanning proberen te slapen.

De volgende dag is het dan idioot vroeg uit bed, met de bus naar het startpunt, en stuiteren maar:

En meer stuiteren:


En dan nog heel heel heel veel meer stuiteren, waarvan we het de organisatie ook niet kwalijk kunnen nemen dat ze dat niet allemaal in beeld hebben kunnen brengen, 4 keer een band plakken omdat de reserveband al stuk is, en dan: uitgeteld aankomen in het Vélodrome:


En na een halve liter ALDI-bier als hersteldrank en eenwelverdiende nachtrust met de Belgische intercity weer naar huis, waar ik op tijd aankom om de zegetocht te aanschouwen van Terpstra, die de Munnikenweg trouwens ook weet te vinden.

Bedankt voor het lezen, en trouwens, als jullie ooit op fietsvakantie vertrekken in fietskleding: vergeet niet je broekriem in te pakken. Adios.