Het wordt erg langzaam licht. Langzamer nog dan door mijn noordelijke locatie op de planeet kan worden verklaard. Het moet liggen aan de gigantische snelheid waarmee ik verder naar het noorden ga, de poolnacht tegemoet. Een TGV is net een vliegtuig.
Deze TGV Parijs - Lille met fietscompartiment maakt dat er van de aangekondigde avontuurlijke treinreis Parijs - Didam niet veel overblijft. Parijs - Lille is niet dik vier uur boemelen maar een goed uurtje bulderen over de hogesnelheidslijn.
De voorafgaande dag was ik in Barcelona met de fiets in lijn R3 van de regionale forenzenlijnen gestapt. Naarmate die trein dieper de Pyreneeën in rijdt, verdwijnen echter alle forenzen en blijven alleen bergwandelaars en treinspotters over. Ik verhuis de fiets van de plek waar hij de nooduitgang blokkeert naar de vrijgekomen klapstoeltjescoupé.
In de Pyreneeën is het betrekkelijk warm. De winterkou waar ik in de vorige post over sprak is verdwenen, en zelfs in het grensstation Latour du Carol - Enveitg vormt de sneeuw geen gesloten dek meer. Ik kan er zonder jas in mijn fleecejack buiten zitten lunchen. Vanaf daar gaat het verder met de Franse stoptrein.
Het tweede station van die trein brengt twee verrassingen. Ten eerste de naam van het station:
Jawel, Andorra. Ik ben op een paar kilometer na niet in het land geweest, maar wel op het station ervan! De tweede verrassing is de grote meute mensen die daar instapt. Veel immigranten, wellicht mensen die in Andorra werken maar nu teruggaan naar hun familie voor de kerst. Ik word er een beetje nors van omdat ik had gerekend op een ontspannen boemeltje door een fraai berggebied. Ontspannen gaat het echter niet worden, daarvoor is de trein nu te vol met bier uit blik drinkende schooiers, snoeihard hiphop luisterende pubers en gezellige gezinnetjes.
Fraai is het berggebied echter wel, met een mooi sneeuwdekje aan deze kant zoals je op de foto ziet, en ik kom in Toulouse zonder dat de fiets of de bagage schade hebben opgelopen. Met de draaiende en kerende bergtreinen heeft het wel een hoop tijd gekost en het is alweer het eind van de middag. Ik koop in Toulouse gauw wat eten en draag de fiets met een Tarzan-imitatie over twee trappen naar de intercity naar Parijs. Die vertrekt om kwart voor vijf en moet dan om kwart over elf op de Gare d'Austerlitz aankomen.
De trein zet er goed de sokken in door de vlakke graanvelden, maar als we eenmaal in het donker in het Centraal Massief zijn aangekomen moet hij even stoppen om een kleine storing te verhelpen. Dat maakt dat ik pas om kwart voor twaalf in Parijs ben. Daar heb ik een aftands hotel vlakbij de Gare du Nord geboekt, hoewel ik me wel heb afgevraagd hoeveel het me waard is om die nacht überhaupt te slapen. Om middernacht laveer ik de bepakte fiets tussen auto's en brommers door over de gladde straatstenen van de Place de la Bastille.
Ergens in het Centraal Massief is het begonnen te regenen, maar gelukkig houdt die regen nu in zodat ik de telefoon kan gebruiken om vlot naar het hotel te navigeren. Daar was ik eerst nog wat kleren in de wasbak omdat ik morgen wel een beetje fris moet aankomen.
Na vijf uur slaap haal ik gauw brood en ga ik naar de Gare du Nord. Het loket voor internationale tickets is niet zo internationaal: de jonge vrouw verstaat "à Arnhem" eerst als "à... à Rennes" en als dat misverstand is opgehelderd stelt ze een verbinding via een Thalys naar Schiphol voor. Ik vraag of de fiets dan in de Thalys mee kan. O, nee, dat kan natuurlijk niet.
Als ik de zelf opgezochte boemelroute voorstel kan ze Kortrijk niet vinden in de computer. Ik bedenk later dat dat waarschijnlijk kwam omdat ik probeerde goed Frans te praten en "Courtrai" zei, en de computer het alleen onder de Nederlandse naam kent. Maar dit leidde er wel toe dat ze besloot mij een kaartje tot Amiens of Lille te verkopen en het mij daar verder te laten uitzoeken. En voor Lille had ze nog wel iets in de aanbieding om 8:16.
Als ik met mijn kaartje wegloop kijk ik op het vertrektijdenbord. 8:16 gaat er een TGV naar Lille Flandres. Dat "Flandres" is een geruststelling, want daar vertrekt de trein naar Kortrijk ook, "Lille Europe" zou foute boel zijn. Maar TGV? Daar kunnen normaal toch geen fietsen in mee? Maar op mijn kaartje staat het echt: "VELO VOIT08".
En inderdaad, als na het ontbijt de vertrektijd daar is en ik in de trein stap zit er in wagon 8 een doodnormale fietscoupé. Het enige bijzondere is dit geslaagde stukje melig vandalisme:
Deze TGV Parijs - Lille met fietscompartiment maakt dat er van de aangekondigde avontuurlijke treinreis Parijs - Didam niet veel overblijft. Parijs - Lille is niet dik vier uur boemelen maar een goed uurtje bulderen over de hogesnelheidslijn.
De voorafgaande dag was ik in Barcelona met de fiets in lijn R3 van de regionale forenzenlijnen gestapt. Naarmate die trein dieper de Pyreneeën in rijdt, verdwijnen echter alle forenzen en blijven alleen bergwandelaars en treinspotters over. Ik verhuis de fiets van de plek waar hij de nooduitgang blokkeert naar de vrijgekomen klapstoeltjescoupé.
In de Pyreneeën is het betrekkelijk warm. De winterkou waar ik in de vorige post over sprak is verdwenen, en zelfs in het grensstation Latour du Carol - Enveitg vormt de sneeuw geen gesloten dek meer. Ik kan er zonder jas in mijn fleecejack buiten zitten lunchen. Vanaf daar gaat het verder met de Franse stoptrein.
Het tweede station van die trein brengt twee verrassingen. Ten eerste de naam van het station:
Jawel, Andorra. Ik ben op een paar kilometer na niet in het land geweest, maar wel op het station ervan! De tweede verrassing is de grote meute mensen die daar instapt. Veel immigranten, wellicht mensen die in Andorra werken maar nu teruggaan naar hun familie voor de kerst. Ik word er een beetje nors van omdat ik had gerekend op een ontspannen boemeltje door een fraai berggebied. Ontspannen gaat het echter niet worden, daarvoor is de trein nu te vol met bier uit blik drinkende schooiers, snoeihard hiphop luisterende pubers en gezellige gezinnetjes.
Fraai is het berggebied echter wel, met een mooi sneeuwdekje aan deze kant zoals je op de foto ziet, en ik kom in Toulouse zonder dat de fiets of de bagage schade hebben opgelopen. Met de draaiende en kerende bergtreinen heeft het wel een hoop tijd gekost en het is alweer het eind van de middag. Ik koop in Toulouse gauw wat eten en draag de fiets met een Tarzan-imitatie over twee trappen naar de intercity naar Parijs. Die vertrekt om kwart voor vijf en moet dan om kwart over elf op de Gare d'Austerlitz aankomen.
De trein zet er goed de sokken in door de vlakke graanvelden, maar als we eenmaal in het donker in het Centraal Massief zijn aangekomen moet hij even stoppen om een kleine storing te verhelpen. Dat maakt dat ik pas om kwart voor twaalf in Parijs ben. Daar heb ik een aftands hotel vlakbij de Gare du Nord geboekt, hoewel ik me wel heb afgevraagd hoeveel het me waard is om die nacht überhaupt te slapen. Om middernacht laveer ik de bepakte fiets tussen auto's en brommers door over de gladde straatstenen van de Place de la Bastille.
Ergens in het Centraal Massief is het begonnen te regenen, maar gelukkig houdt die regen nu in zodat ik de telefoon kan gebruiken om vlot naar het hotel te navigeren. Daar was ik eerst nog wat kleren in de wasbak omdat ik morgen wel een beetje fris moet aankomen.
Na vijf uur slaap haal ik gauw brood en ga ik naar de Gare du Nord. Het loket voor internationale tickets is niet zo internationaal: de jonge vrouw verstaat "à Arnhem" eerst als "à... à Rennes" en als dat misverstand is opgehelderd stelt ze een verbinding via een Thalys naar Schiphol voor. Ik vraag of de fiets dan in de Thalys mee kan. O, nee, dat kan natuurlijk niet.
Als ik de zelf opgezochte boemelroute voorstel kan ze Kortrijk niet vinden in de computer. Ik bedenk later dat dat waarschijnlijk kwam omdat ik probeerde goed Frans te praten en "Courtrai" zei, en de computer het alleen onder de Nederlandse naam kent. Maar dit leidde er wel toe dat ze besloot mij een kaartje tot Amiens of Lille te verkopen en het mij daar verder te laten uitzoeken. En voor Lille had ze nog wel iets in de aanbieding om 8:16.
Als ik met mijn kaartje wegloop kijk ik op het vertrektijdenbord. 8:16 gaat er een TGV naar Lille Flandres. Dat "Flandres" is een geruststelling, want daar vertrekt de trein naar Kortrijk ook, "Lille Europe" zou foute boel zijn. Maar TGV? Daar kunnen normaal toch geen fietsen in mee? Maar op mijn kaartje staat het echt: "VELO VOIT08".
En inderdaad, als na het ontbijt de vertrektijd daar is en ik in de trein stap zit er in wagon 8 een doodnormale fietscoupé. Het enige bijzondere is dit geslaagde stukje melig vandalisme:
Het zou mooi zijn als een lerares Frans dit plaatje op een proefwerk afdrukt en er de vraag bij zet: welk woord stond hier oorspronkelijk? Ik stond er even stil om het mij af te vragen.
De TGV vliegt dus in een goed uur naar Lille. Het toilet van Lille Flandre is ook een mooie tussenhalte: op de bekladde binnenkant van de pleedeur zie ik naast een goed getekend achteraanzicht van een ontklede dikke dame in kruiphouding ook
een tekst in het Berbers en de kreet "NAC Breda 4 ever!". We komen in de buurt van Nederland, maar er blijven sporen van Marokko zichtbaar.
De loketbediende van Lille Flandres spreekt een soort Frans dat ik kan verstaan zonder het eerst drie keer te laten herhalen, en hij zegt ook "s'il vous plaît" als hij mij de kaartjes geeft. Zou het een Belg zijn? Hij kan mij echter geen kaartje naar Arnhem verkopen, alleen naar Roosendaal. En het fietskaartje voor de Belgische trein moet ik aan boord kopen.
Het Vlaamse accent van de conductrice op de trein van Lille naar Antwerpen doet mij even denken dat ze Frans spreekt. Ze blijft vriendelijk maar ik vrees dat ik haar diep gekrenkt heb. De intercity rijdt in twee uur naar Antwerpen; bijna een heel land doorkruist in die tijd. En dat terwijl ik twee weken terug zelfs op de fiets dacht "O, dat komt al dichtbij" als ik zag staan dat Laâyoune nog 350 kilometer was.
In Antwerpen stap ik in het boemeltje naar Roosendaal. Nog even kan ik me reiziger voelen terwijl ik de dialecten van de Vlamingen om me heen bestudeer, maar de studentes die met een Noord-Brabants accent over cocktails praten tonen mij mijn voorland. Niks bijzonders meer, alleen nog maar de herkenbare mensen en landschappen.
Als ik dan in Arnhem uitstap staan mijn ouders me op te wachten. Het stukje naar Didam fiets ik nog even. Bij aankomst is de oprit versierd om mij te onthalen. Het was toen donker, maar deze versierde fiets verdient een speciale foto bij daglicht:
Nu kijk ik nog met frisse ogen tegen Nederland aan. Het is er donker, nat en plat en men maakt zich er met miljoenen druk om één stervende vis. Maar al gauw zal ik weer opgaan in het dagelijkse ritme, en dat is maar goed ook. Jullie zouden niet willen dat ik altijd blijf preken over hoe gek Nederland wel niet is, vergeleken met Marokko, een land waar ik maar zes weken geweest ben.
Toch zijn er wel wat lessen van deze onderneming die ik hoop mee te nemen in de rest van mijn leven:
Ik kan heel gelukkig zijn in mijn eentje.
Ik kan heel gelukkig zijn zonder luxe. En ik ben niet de enige: je ziet daar mensen die liever zonder riool of stromend water leven dan dat ze harder gaan werken.
Je moet plannen durven doorzetten.
Je bent beter af zonder het informatiebombardement van ad-supported social networks en billboards en gratis kranten en notificaties op je mobiel. Hou op dit te lezen en ga iets doen!
We zijn in Europa rijk, maar ook verwend en gehaast. Ik heb de indruk dat het hier ongezellig wordt doordat arbeid relatief duur is. We kunnen vrachtwagens vol spullen kopen, zolang we er maar zo min mogelijk persoonlijke aandacht bij krijgen.
De volgende keer dat ik op fietsvakantie ga: achteruitkijkspiegel monteren als je op hoofdwegen gaat rijden, lichter bepakt gaan als er hoge bergen op de route liggen. En vermijd zoveel mogelijk onderdelen waar je moeilijk vervanging voor vindt, zoals klikpedalen in Marokko.
Het is voor mij nu tijd om werk te zoeken en voorpret te hebben voor een volgende keer. Ik wil natuurlijk iedereen bedanken die dit blog heeft gelezen, en vooral ook iedereen die me heeft geholpen om het allemaal tot een goed eind te brengen. In het bijzonder: mijn ouders; mensen bij wie ik te gast was in Marokko: Abdennour, Saïd, Largou, Nordin en hun familie en vrienden; Robin, Thomas, Asier en John, en andere fietsers die ik onderweg tegenkwam; m-gineering.nl voor de kennis over fietstechniek die hij deelt waar hij maar kan; Klaas voor de enthousiaste support en de e-books waarvan ik er al een stuk of zes gelezen heb.
Tot de volgende keer!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten